Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [3]Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij mij verlaten, verre zijnde van mijn verlossing, [van] de woorden mijns [4]brullens? 3. Hoewel enige dingen in dezen psalm mede op David, als Christus' voorbeeld, bekwamelijk kunnen gepast worden, zo blijkt nochtans klaarlijk uit de vier Evangelisten, dat zij meest allen voornamelijk en eigenlijk in den persoon des Heeren Christus, onzen enigen Messias, zijn vervuld, en dat dienvolgens David door den profetischen geest onzen Heere Christus, als hier zelf tot zijnen Vader sprekende, heeft ingevoerd. 4. Dit geeft te kennen een schrikkelijke beroerte des harten, voortbrengende een sterk geroep. Verg. Job 3:24. hfdst.32 vs.3; hfdst.38 vs.9. en zie Matth.27:46. Hebr.5:7. Dit alles heeft de Heere Christus geleden als onze borg, dragende den toorn Gods vanwege onze zonden en voor dezelve volkomenlijk betalende.